KPN NK MARATHON – CHRISTIAAN GRIGOLEIT

Gepubliceerd op 5 januari 2016 om 14:20

Op een verzoek van de levende schaats-legende kun je niet anders dan ingaan. Hierbij mijn ervaring van het NK afgelopen zondag.

Door Christiaan Grigoleit

“Zondag? Dan wordt er gerust en zijn wij met God” Hoor ik gelovig Nederland denken. Voor een enkele gelovige marathonschaatser was het reden om niet van start te gaan. Andere kozen ervoor om wel te starten. In onze ploeg waren dat Niels en Jan-Maarten. Twee geweldige Haven rijders die afgelopen zondag volgens de toeschouwer naast de pot pisten.

Leken te pissen. Want was het niet de (bewuste) mentale afwezig die zorgde dat Niels geen Nederlands kampioen bij de Neos werd, terwijl hij de sterkste man in koers was? En is het niet opmerkelijk dat Jan-Maarten de vroege kopgroep miste die hij nog geen half uur eerder in de voorbespreking op profetische wijze wist te voorspellen? Was dit misschien hun stilprotest?

Ikzelf was vooral zenuwachtig. In de voorbereiding las ik de interviews met de favorieten. Eén sprong daarvan in het oog en dat was die van Gary Hekman. De gehele zomer zou in het teken hebben gestaan om zo fit te zijn dat hij geen kopgroep zou hoeven missen. Uit het interview sprak vertrouwen, Gary zou zelfs “een paar levensjaren inruilen”. Ik wist wie ik in de gaten zou houden.

Twee vragen dreunden de hele week als een oneindig mantra door mijn hoofd: “wat is het niveau van het A-peloton?” en “hoe verhoudt mijn niveau zich daartoe?” Als door God verlost verdwenen deze vragen toen het startschot klonk. Wat overbleef was de revelatie van een prachtig decor om mij heen en drie taken in mijn hoofd: 1. Dicht op mijn voorganger rijden, 2. Concentreren op de bochtentechniek en 3. Continu naar voren schuiven. Ik slaagde in het uitvoeren hiervan en reed de wedstrijd uit. Een plaatsje achter Gary, mijn mannetje voor het NK. De man die moest winnen. De man die niet kon verliezen.

Het is nu, twee dagen later, dat ik mij realiseer dat Gary inderdaad een aantal levensjaren heeft ingeleverd, maar dan vanwege zijn spijt voor zijn hoogmoed vooraf, en zijn onopletenheid tijdens de koers. Misschien zat Jacobus in zijn brief aan de stammen dan toch niet zo ver van de waarheid. Ik zal het op een rustig moment Jan Maarten eens navragen.