De koers begint gelijk explosief, jongens proberen weg te springen en hier en daar ontstaat er een gaatje. Samen met Bobbie en Jesper rijden we elk gaatje dicht. Ik merk wel dat ik het erg warm heb, dus m’n pak gaat stukje bij beetje open. Na een ronde of 10 á 15 rijd er een grote groep weg. Ik zit achter Bobbie, en we komen direct op kop van het peloton. Ik zie dat dit wel eens de beslissende groep kan zijn, en ik schreeuw naar Bob dat we nú moeten gaan rijden. Bobbie begint met een geweldige aflossing van 2 rondes. Ik neem over, en doe een aflossing van 200m. Ik krijg het steeds warmer, dus mijn rits gaat nog wat verder open. Ik voel de hitte op mijn benen slaan, en de rondjes komen steeds moeilijker. Grotendeels dankzij het werk van Jesper en Bobbie, en ik moet toegeven mijn kortere aflossingen, komt de kopgroep langzaam maar zeker weer dichterbij.
Ik voel dat de hitte nu echt in mijn benen begint te lopen. Rits nog maar een stukje verder open. Het peloton heeft blijkbaar ook moeite met de snelheid, want als we bijna bij de kopgroep zijn, begint het peloton te versplinteren. Ik zit ergens aan de achterkant, en zie de eerste splinter van wat over is van het peloton aansluiten bij de kopgroep. "DOOR BLIJVEN RIJDEN!” Gaat als een mantra door mijn hoofd. Niet veel later zie ik het hele peloton overeind komen. Ik haak weer aan, en kom even op adem. De rits van mijn pak gaat nog wat verder open.
Op dat moment zie ik Sjors en Wabe wegrijden. Ik wil er achter aan, maar dan schieten de woorden van Joris door mijn hoofd: “Gewoon een goede uitslag rijden, geen gekke dingen doen”. Dus ik blijf in het peloton zitten. Iedereen in het peloton is moegestreden, en ik merk dat er nog maar weinigen zijn die niet al de laatste krachten aan verzamelen zijn voor de eindsprint.
Ik zoek een goed plekje in het peloton op, en rij lekker mee. Op 7 rondes voor de finish horen we dat de bel op 6 komt. Sjors en Wabe zijn dus rond. Ik zit op plek 7 of 8 van het peloton, en Jesper zit volgens mij een paar plekken achter me. Bob ben ik al een tijdje kwijt. Mijn eindsprint is dit hele seizoen al goed, dus ik heb vertrouwen in nog een goede finish. Op de bel zit ik nog steeds op de 7e/8e plek, ik probeer binnen door te gaan in de voorlaatste bocht, maar ik zit opgesloten. Op het rechte stuk kom ik er ook niet voorbij, dus ik blijf zitten en ga voor een goede laatste bocht, en dan hopen dat er een gaatje valt. Uiteindelijk kom ik binnendoor, maar het heeft me een hoop snelheid gekost. Ik kruip nog een keer in mijn hoeken en probeer het laatste rechte stuk nog alles eruit te schaatsen. Ik zit helemaal binnen, en zie in mijn rechter ooghoek twee andere gasten op ongeveer dezelfde lijn rijden als ik. Dat wordt dus krap. Uiteindelijk word ik 3e of 5e van het peloton. Sjors en Wabe maken uit wie er de winnaar wordt, en ik ben tussen de 5e en 7e plek geëindigd.
Achteraf blijkt dat ik net te kort ben gekomen, 7e plek als resultaat. Jesper wordt 21e, helaas net buiten de punten, en als ik van het ijs af ben hoor ik dat Bob gevallen is. Dankzij mijn 7e plek heb ik nog zicht op een top 10 klassering. Deze 7e plek was vooral door de bergen werk die Bobbie en Jesper verzet hebben, zonder hun hulp had ik het niet gered. Wat moet je toch zonder je geweldige ploegmaats, helemaal niks!
Na de wedstrijd snel weer naar huis, want ik mag de dag erna starten in de doorstroomwedstrijd in Deventer. Maar daar mag iemand anders over schrijven!